Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna zult gij [5]de klederen nemen, en Aaron den rok, en den mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods. 5. Te weten, de heilige klederen, waarvan hfdst.28: gesproken is.